Blog
Het beste pensioenstelsel?

» 11 december 2013

Door: Sjaak Zonneveld, auteur Het Nieuwe Werken aan je pensioen - www.nieuwpensioen.nu

Wellicht heb je wel eens gehoord of gelezen dat Nederland ‘het beste pensioenstelsel ter wereld’ heeft. Dat is echter al enkele jaren niet meer zo. Daarnaast bestaat er zelfs geen officiële ranglijst van beste pensioenstelsels ter wereld. Wel brengt het Australische consultancy bedrijf Mercer sinds 2009 een aantal verschillende internationale pensioenstelsels in kaart en publiceert jaarlijks de ‘Melbourne Mercer Global Pension Index’.

Deze index wordt soms aangehaald als ‘officiële lijst van beste pensioenstelsels’. In ieder geval gebeurde dat in Nederland, maar dat is waarschijnlijk omdat volgens deze index Nederland drie jaar lang het beste stelsel had. Bij de eerste editie waren de pensioenstelsels van elf landen in kaart gebracht. In 2010 kwamen daar drie landen bij, in 2011 werden het er 16 en bij de editie van 2012 kwam het aantal deelnemende landen op 18, hetgeen overeenkomt met 10% van alle landen van de wereld. De eerste drie jaar werd het Nederlandse stelsel als beste beoordeeld, maar in 2012 kwam nieuwkomer Denemarken met stip op de eerste plaats binnen. Afgelopen oktober publiceerde Mercer de ranglijst van 2013 waar Mexico en Indonesië de nieuwkomers waren.

Pensioenstelsels kunnen van land tot land enorm verschillen. Dus hoe bepaal je of de Nederlandse appel beter is dan de Chileense peer? Mercer beoordeelt de verschillende stelsels op adequaatheid, houdbaarheid en integriteit, waarbij het eerste element het zwaarst weegt. Adequaatheid wordt voor een belangrijk deel bepaald door de hoogte van de pensioenuitkering. En in Nederland keren wij veel uit. In 2012 werd gemiddeld 91,4% van het salaris als pensioen uitgekeerd, zo bleek uit het OESO-rapport ‘Pensions at a glance 2013’ dat twee weken geleden uit kwam. Dit is het hoogste percentage van alle OESO landen. Maar je kunt wel veel uitkeren: als er niet voldoende meer binnenkomt, gaat de pot snel leeg. De hoogte van de pensioenuitkeringen zegt naar mijn mening echter weinig of niets over de kwaliteit van het stelsel zelf.

De kwaliteit van een pensioenstelsel moet dus ook vooral beoordeeld worden op grond van de toekomstige verplichtingen. Dat doet het houdbaarheidscriterium in de pensioenbeoordeling van Mercer. Dit is het op één na zwaarst wegende criterium, maar dit zou mijns inziens de belangrijkste indicator van de kwaliteit van een stelsel moeten zijn. Op dit onderdeel is Nederland in 2013 gezakt naar de derde plaats, achter Denemarken en Zweden.

Voor het derde criterium, integriteit, wordt gekeken naar het vertrouwen in het pensioenstelsel. Op dit onderdeel scoorde Nederland in 2012 nog wel het hoogst, maar moet inmiddels Australië boven zich dulden. In de totaalscore is Denemarken opnieuw de winnaar en Nederland behoudt dit jaar met een half puntje verschil nog net de tweede plaats, voor Australië. In dit kader is het aardig om op te merken dat zowel Denemarken als Australië in de tweede pijler overwegend individuele beschikbare premieregelingen kennen. Australië is in 25 jaar tijd geswitcht van vrijwel uitsluitend uitkeringsovereenkomsten naar overwegend (81 procent) beschikbare premieregelingen. De Nederlandse pensioenfondsen blijven echter krampachtig aan collectieve middelloonregelingen blijven vasthouden.

Het zal mij dan ook niet verbazen als Nederland volgend jaar nog verder zakt op de ranglijst van Mercer. Een ranglijst waarop, zoals gezegd, bijna 90% van de landen op de wereld ontbreekt. Hoe zou het zitten met het stelsel van bijvoorbeeld Noorwegen? Of IJsland? Of Nieuw Zeeland? Die landen zijn allemaal niet geselecteerd door Mercer. Vooralsnog heeft het ‘WK pensioenstelsels’ dan ook wel iets weg van een WK korfbal. Of moeten we het vergelijken met een WK kunstrijden? Het betreft immers een jurysport. Een sport waarin Nederland, ook volgens de criteria van Mercer, niet de beste is.

Terug naar overzicht